15 april 2024

Komen de robots eindelijk thuis?

Mijn eerste boek in 1982 ging over robots. Over robots die de fabriek inkwamen. Hoe ze als flexibele machine zwaar en eentonig werk in de fabriek konden overnemen. Naast geïnteresseerde bedrijven voor deze nieuwe vorm van industriële automatisering, trok de studie ook de aandacht van journalisten die graag wilden horen wanneer dit soort robots ons thuis zouden gaan ondersteunen. Op dat moment was de huisrobot echter nog een toekomstdroom. Maar met de mededeling van Apple afgelopen week lijkt die toekomst een stuk dichterbij gekomen. Afgelopen decennia kwam robotachtige techniek in en rond het huis beschikbaar: robotmaaiers en -stofzuigers die stil en zelfstandig dit saaie werk van ons over konden nemen. Of de huisdier-achtige huisrobots zoals Amazons Astro die kan oppassen en waken als je van huis bent of Sony’s robothondje Aibo. Tenslotte de serveer-robots die we in steeds meer horeca-gelegenheden zien verschijnen. Het idee van robots in ons huis en de dienstensector is niet nieuw. Maar met de komst van de nieuwe AI-spraakmogelijkheden, ontstaan totaal nieuwe communicatie- en gebruiksmogelijkheden. Wat kunnen we de komende jaren allemaal verwachten?

Komen de robots eindelijk thuis? image

Waarom robots?

In de continue ontwikkeling om met techniek ons leven makkelijker en beter te maken, is het gebruik van mechanische robottechniek logisch. De mogelijkheid om het fysieke werk van de mens (gedeeltelijk) over te nemen, lijkt handig en economisch zinvol. Een robot is nooit ziek, heeft geen vrije dagen, vraagt geen opslag en komt nooit te laat. Hoewel we kenniswerk steeds vaker vanuit ons huis kunnen leveren, zijn er nog vele beroepen waar menselijke ‘handjes en oogjes’ nodig zijn om het dagelijkse werk uit te voeren. Denk aan horeca, zorg, amusement en bewaking. De vaak grote, industriële robots hebben het nadeel dat zij slechts in beveiligde industriële omgevingen aan het werk kunnen worden gezet. Nu komt een kleinere mobiele robot naar zowel de publieke als privacy ruimten in en om ons huis.

Als we zelfrijdende auto’s kunnen maken, moet een vergelijkbare huis, tuin of bedienende robot technisch geen probleem zijn. Zeker als de robot in goed gedefinieerde ruimtes zijn werk kan doen. De gamechanger in de huidige evolutie van ‘domestic robots’ is natuurlijk de ontwikkeling van nieuwe spraakmogelijkheden, AI en machinelearning. Deze technieken geven robots het vermogen om – naast op menselijk niveau te communiceren – ook om te leren, zelfstandig beslissingen te nemen en zich zonder menselijke tussenkomst aan te passen aan nieuwe situaties. Hierdoor nemen opeens de mogelijkheden enorm toe en kunnen ze taken uitvoeren die tot voor kort, door hun complexiteit en nuance, ondenkbaar waren.

De robots in de huiselijke sfeer

De sprong naar het gebruik van robots in huis is wellicht het meest revolutionaire van de huidige robot-ontwikkeling. Ze kunnen zich steeds nauwkeuriger – en dus veiliger – in een door mensen bewoonde omgeving bewegen en taken uitvoeren. Sensoren, camera’s en draadloze communicatie en navigatie maken hen goed bestuurbare apparaten, die we precies kunnen instrueren wat wel en niet te doen in allerlei voorkomende situaties. Een belangrijk aspect ligt op het gebied van personalisatie en specifieke aanpassingen. Zelfs traplopen en deuren openen is technisch geen beperking meer. Hierdoor kunnen zij zelfs een integraal onderdeel van een huishouden worden.

Huisrobots kunnen ons dagelijks leven in en rond huis veraangenamen en lijkt een brede en aantrekkelijke markt voor allerlei innovaties. De huiselijke markt voor robots was in 2020 wereldwijd enkele miljarden euro’s groot. Met indicaties van een potentiële groei van tien tot twintig procent kan het in 2030 een honderden miljarden-business zijn. De huishoudelijke taken die huisrobots kunnen uitvoeren, lopen van schoonmaken tot koken en serveren en van beveiliging tot gezelschap. De gebruiksvriendelijkheid neemt elk jaar toe en ze worden voor consumenten steeds antrekkelijker om onze levenskwaliteit te verbeteren. Naast genoemde routinetaken, is ook de potentieel beschikbare zorgfunctie van huisrobots belangrijk. Niet alleen het uitvoeren van allerhande ondersteunde activiteiten zoals voedsel- en medicijn-bezorging, hulp bij persoonlijke verzorging en een handig ‘handje’ bij en rond het bed, maar ook als toezichthouder voor zieke en bedlegerige patiënten.

Robots in de zorg

Omdat zorgverlening van nature zwaar en arbeidsintensief is, kunnen robots de verzorgers enorm ondersteunen en werk uit handen nemen. Zoals de industriële robots in de fabriek de monotone, zware en saaie werkzaamheden overnamen. We lezen al jaren over robots voor zieken en ouderen. Zeker in Japan waar de bevolking flink is vergrijst, is ‘zorgrobotica’ al tientallen jaren bekend en zijn dit soort toepassingen een normale verschijning. Vorig jaar trok Spanje 6 miljoen euro uit voor 1000 servicerobots voor de zorg van ouderen, niet om de huidige zorgverleners te vervangen maar vooral hun werk te verlichten en zo de arbeidsomstandigheden te verlichten.

Er lijkt een onstuitbare opkomst van zorgrobots te ontstaan die naast praktische ook ethische uitdagingen oproept. Zeker voor alleenstaanden kan een altijd aanwezige robot behulpzaam zijn, niet allen als handige butler, maar ook om sociale taken te vervullen en de eenzaamheid te verminderen. Er zijn al langer ‘knuffel-robots’ die ontworpen zijn als knuffeldier en kunnen voor minder valide en/of dementerende ouderen ook therapeutische waarde hebben. Daarnaast kunnen zij als ‘hub’ dienen om met hulpverleners of andere personen of vrienden te communiceren. Door machine learning worden zij steeds meer een begrijpend, persoonlijk maatje, kunnen gesprekken herinneren en belangrijke zaken voor hen onthouden. Natuurlijk komt hier de privacy en persoonlijke controle om te hoek kijken: hoe maak je dit soort toepassingen betrouwbaar en kun je als gebruiker altijd ingrijpen als iets fout gaat.

Robots de oplossing voor alles?

De komst van domestic robots lijkt snel een enorme markt te worden en kan de mens op vele manieren in en om het huis ondersteunen. De zorgrobot kan aan het bed allerlei ondersteunende werkzaamheden uitvoeren maar maakt de zorgverlener niet overbodig. Ook een eenzaam persoon een knuffelrobot geven, is dat een verlichting maar lost het probleem van de sociale eenzaamheid niet op. Zoals altijd is techniek ondersteunend en dienend, maar kan nooit de de functie van de veelzijdige en intelligente mens overnemen. Ook niet de verantwoordelijkheid van een mens, het is immers niet meer dan een slim instrument. En kan niet van iemand houden, om iemand geven of de sociale menselijke zorg overnemen. De sociale en empathische mens zal altijd aanwezig moeten blijven, ook om de veiligheid te borgen.

Er zijn zelfs ideeën om ‘ethisch zwarte dozen’ te ontwikkelen om als iets misgaat, achteraf te kunnen controleren wat er precies is misgegaan, waarom dat is gebeurd en hoe dit kan worden vermeden. Alle zorgrobots zouden een ‘data-recorder’ moeten bevatten om onzorgvuldig of ongewenst gedrag te kunnen monitoren en te helpen voorkomen. Hoewel het glaasje water of een maaltijd brengen of een huiloproep doorgeven, al een interessante optie is voor de eerste zorgrobots, zal assistentie bij wassen, aan- of uitkleden en in bed stappen voorlopig nog vaak door mensen worden geleverd. Robots kunnen dat voorlopig zeker nog niet veilig en betrouwbaar genoeg doen. Robots komen als helpers in de zorg en de huishouding ons huis binnen. Maar nog lang geen vervangers van de menselijke zorg zelf.

Door: Hans Timmerman (foto)