Technologie helpt de maatschappij verder
Slimme inzet van technologie kan de overheid veel voordelen opleveren. Maar de unieke maatschappelijke rol van de overheid zorgt ook voor uitdagingen waar het bedrijfsleven minder mee te maken heeft. Bedrijven als Fujitsu kunnen hierbij helpen door werk dat niet tot de kerntaken van de overheid behoort, zoals IT-beheer, over te nemen en door belangrijke (burgergerichte) processen te automatiseren

Een belangrijke uitdaging bij de Nederlandse overheid is het vinden van de juiste mensen. “De war for talent is al ingewikkeld, maar ik denk dat die voor de overheid nog wat complexer is”, zegt Fleur Hermse (foto). Zij heeft zelf bij de overheid gewerkt, waardoor zij beide kanten van het verhaal goed kent. “Bij bedrijven is het al moeilijk om goede mensen te vinden, maar binnen de overheid zit je ook nog eens vast aan een strak functiehuis met schalen en cao’s.”
“De enige manier waarop je echt talent aan je kunt binden, is door mensen aan te spreken op hun intrinsieke motivatie om iets te betekenen voor de maatschappij. Dat is best ingewikkeld, maar heel noodzakelijk. Gelukkig zijn er nog genoeg mensen die dat willen, maar het blijft een van de grootste uitdagingen. Daar komt bij dat de overheid kampt met een vergrijzend personeelsbestand. Vernieuwing en verjonging zijn absoluut noodzakelijk, en dat maakt het extra ingewikkeld.”
Sleutelrol
Ze vervolgt “Uiteindelijk zullen we het toch met minder mensen moeten doen, onder meer vanwege de vergrijzing, de levensverwachting en het dalende geboortecijfer. De vraag is dus: hoe ga je dat oplossen? Technologie zal daar een sleutelrol in gaan spelen.”
Daarnaast spelen er andere vraagstukken. “Het is belangrijk om ervoor te zorgen dat in de dienstverlening de burger centraal staat. Dat blijft een uitdaging voor de overheid. Want aan de ene kant wil men risicobeheersing en voldoen aan regelgeving, Aan de andere kant verwacht de burger eenzelfde gebruiksvriendelijkheid als bij commerciële apps op zijn smartphone. Dat gaat niet altijd samen. Tevens helpt het risicoaversie karakter van de change processen binnen de overheid ook niet mee”
Geopolitiek
De geopolitieke situatie speelt ook een steeds belangrijker rol. “Hoe zorg je dat politiek en beleid goed op elkaar zijn afgestemd? Hoe maak je beleid flexibeler en hoe toets je of dat beleid daadwerkelijk resultaat heeft? Een belangrijk vraagstuk is ook of dat beleid gebaseerd is op data, en of je cijfermatig kunt aantonen dat het effect heeft gehad. Dit datagedreven bijsturen op beleid staat nog in de kinderschoenen”
De laatste trend waar zij met de overheid over spreekt de levensduur van systemen. “De trend van de vergrijzende workforce hangt samen met de levensduur van veel systemen binnen de overheid: die zijn soms verouderd. Dat zorgt voor een reëel bedrijfsrisico, want veel primaire processen draaien op sterk verouderde technologie. Hoe meer veroudering er in de systemen zit, hoe meer geld hierheen moet om deze te onderhouden. Hierdoor is er minder geld voor vernieuwing en verandering. Niets wat men niet weet, maar wel een probleem waar vele departementen en uitvoeringsorganen dagelijks mee lopen te stoeien.”
Helpen
Hier ligt een taak voor aanbieders als Fujitsu. “De overheid helpen met technologie is geen one size fits all-aanpak. Kijk bijvoorbeeld naar het legacy-vraagstuk. Het moderniseren van die systemen bij onze overheidsklanten kan op meerdere manieren. Het begint allemaal met uitzoeken hoe je zo’n systeem daadwerkelijk kunt ontvlechten en moderniseren.”
Dat is niet alleen een technologische kwestie. Sterker nog, het succes van de modernisering dan wel het veranderen van processen ligt bij de mensen die dit doen. Technologie is feitelijk het minste probleem “Het is belangrijk dat organisaties, en dus niet alleen de overheid, zich afvragen op welke taken zij zich echt moeten richten. Waar maakt een organisatie het verschil? Waar zit de kennis en kunde van mensen die waarde toevoegen? Daar zit de kern. Bedrijven als Fujitsu kunnen helpen door bepaalde niet-kerntaken over te nemen en te helpen om de kennis binnen de overheid daar te positioneren waar “het” verschil gemaakt kan worden. Dit kan in de vorm zijn van mensen maar ook zeker in de vorm van technologie. Tegenwoordig is er immers technologie voor handen die bepaalde repeterende taken over kan nemen van een mens zelfs als hierin beslissingen genomen moeten worden en er interactie moet zijn met een burger dan wel medewerker.
Meerwaarde
Het gaat er dan bijvoorbeeld om of de IT-afdeling van een departement daadwerkelijk meerwaarde heeft in de werkplekdienstverlening, de servicedesk of het beheer van IT- en infrastructuursystemen. “In veel gevallen is het antwoord nee. Het is vaak zonde om het schaarse personeel op zulke taken in te zetten. Dan is het zaak om dit op een goede manier uit te besteden, zodat je mensen vrijmaakt voor werkzaamheden die wél het verschil maken, juist voor de burger en de maatschappij.”Zou je dezelfde vraag stellen voor cybersecurity, dan is het antwoord een stuk genuanceerder. Er zijn veel onderdelen waarvan je je kunt afvragen of je die als overheidsorganisatie zelf moet blijven doen, echter cyber is een mooi voorbeeld waar je juist wel als overheid controle over wilt hebben in verband met de voordehand liggende redenen. Kortom, wat wel zelf doen en wat niet en hier bewuste keuzes in maken. De Nederlandse overheid kan zo de beperkte vijver van ICT-talent zo optimaal mogelijk benutten.”
Infrastructuur
Een vergelijkbaar argument geldt voor infrastructuur en cloud. “Wij helpen om te bepalen welke onderdelen je als overheid wel zelf wilt blijven doen – bijvoorbeeld regie en beleid – en welke onderdelen, zoals standaard uitvoerende taken, je kunt overlaten aan een partner. Bijvoorbeeld applicaties aan de voorkant toegankelijker maken voor alle typen doelgroepen die we als Nederlandse overheid bedienen. Zorgen dat een front-end goed benaderbaar is voor bijvoorbeeld iemand die blind is, of doof, of moeite heeft met lezen.“
“De kennis en ervaring die wij vanuit het bedrijfsleven hebben opgebouwd kan de Nederlandse overheid ondersteunen in het oplossen van al die uitdagingen. Ik vind het belangrijk om daarbij te benadrukken dat we als bedrijf ook een maatschappelijke rol hebben, we handelen niet uitsluitend uit eigenbelang. Dat beeld leeft soms, maar klopt niet. Veel organisaties zijn meer dan bereid om samen met de overheid te kijken naar oplossingen voor complexe vraagstukken. Het zou mooi zijn als de overheid iets ontvankelijker zou zijn dit soort samenwerking. De bereidheid om met het bedrijfsleven in gesprek te gaan is nu nog erg afhankelijk van personen, het is niet vanzelfsprekend binnen overheidsorganisaties. Terwijl ik ervan overtuigd ben dat als deze samenwerking natuurlijker zou zijn, de overheid snellere stappen zou kunnen zetten in het uitvoeren van het beleid aangezien de hoeveelheid beschikbare kennis dan ineens exponentieel groeit. Overigens zijn er gelukkig ook al wel initiatieven waar je ziet dat deze samenwerking wel wordt gevonden.”
Betrokkenheid
“Het gaat om samenwerken en met elkaar in gesprek gaan. Zorg er als bestuur voor dat je begrijpt wat technologie is. Dat voorkomt allerlei spookverhalen, gebaseerd op onderbuikgevoelens in plaats van feiten. Enerzijds kun je door technologie ondersteunende processen efficiënter maken, zodat je meer ruimte en tijd creëert voor je primaire processen. Anderzijds kun je door technologische innovatie nieuwe vormen van dienstverlening ontwikkelen. En dat is precies waarom technologie binnen het bedrijfsleven niet alleen als noodzakelijk, maar ook als waardevol en strategisch wordt gezien. Veel beursgenoteerde bedrijven beschouwen technologie als een kernonderdeel van hun bestaansrecht.”
Ze besluit: “Veel bedrijven willen juist vanuit een oprechte betrokkenheid bijdragen. Als Nederlandse burger wil ik zelf ook dat mijn belastinggeld niet verspild wordt aan iets dat geen kans van slagen heeft. Bij Fujitsu, een Japans bedrijf, speelt bovendien mee dat aandacht voor de gemeenschap diepgeworteld zit in de cultuur: het besef dat je het samen moet doen, omdat je handelt vanuit integriteit en maatschappelijke verantwoordelijkheid.”