VU discrimineerde studente niet bij inzet antispieksoftware
De Vrije Universiteit Amsterdam (VU) heeft met de inzet van haar antispieksoftware een studente met een donkere huidskleur niet gediscrimineerd, oordeelt College voor de Rechten van de Mens na een klacht van de student. Wel heeft de VU de klacht van de student met betrekking tot discriminatie niet zorgvuldig genoeg behandeld.

Het oordeel van het College voor de Rechten van de Mens is opvallend, aangezien het in december nog in een tussenoordeel meldde dat de studente vanwege haar huidskleur was gediscrimineerd. Het wees toen op wetenschappelijk onderzoek, waaruit blijkt dat gezichtsherkenningssoftware over het algemeen minder goed presteert bij mensen met een donkere huidskleur.
Problemen met verificatie
De zaak draait om masterstudente bio-informatica Robin Pocornie. Zij stelt tijdens online examens proberen te hebben ervaren met het gebruik van de antispieksoftware Proctorio. Alleen nadat zij een lamp op haar gezicht richtte kon de software haar identiteit vaststellen. Zij stelde in haar aanklacht dat de VU vooraf aan de inzet van Proctorio had moeten controleren of studenten met een donkere huidskleur even goed herkend zouden worden als andere studenten.
Het College voor de Rechten van de Mens oordeelt nu echter dat de universiteit voldoende heeft aangetoond dat Pocornie tijdens haar tentamens niet meer problemen heeft ervaren dan andere studenten. Het oordeelt dat de problemen rondom het verificatieproces bij één van de tentamens van de student te wijten waren aan 'feitelijkheden die geen verband hielden met haar huidskleur'.