Ontwikkeling van digitale euro wordt voortgezet
De Europese Centrale Bank (ECB) zet ondanks de hoge kosten de ontwikkeling en invoering van een digitale euro voort. Het doel is om een digitale versie van de euro mogelijk te maken, die naast contant geld kan bestaan. De ontwikkeling kost naar verwachting ongeveer 1,3 miljard euro.
 
						Een digitale euro moet de betaalvrijheid en privacy van Europeanen waarborgen en bijdragen aan de monetaire soevereiniteit en economische veiligheid van Europa. De uiteindelijke beslissing over de uitgifte hangt af van de goedkeuring van de benodigde wetgeving. Als de Europese wetgevers de verordening in 2026 aannemen, kunnen proefprojecten en eerste transacties vanaf midden 2027 plaatsvinden, met een mogelijke introductie in 2029.
1,3 miljard euro aan ontwikkelingskosten
De geschatte ontwikkelingskosten bedragen ongeveer 1,3 miljard euro tot de eerste uitgifte, met jaarlijkse operationele kosten van ongeveer 320 miljoen euro vanaf 2029. Deze kosten worden gedekt door het muntslagrecht, vergelijkbaar met de uitgifte van fysiek geld.
Uit onderzoek blijkt dat de digitale euro de concurrentie in de Europese betaalmarkt kan stimuleren en de kosten voor handelaren kan verlagen, meldt de Europese Centrale Bank. Banken en betaaldienstverleners kunnen volgens het onderzoek profiteren van open standaarden om hun bereik uit te breiden. De ingebouwde waarborgen in het ontwerp moeten ervoor zorgen dat de digitale euro geen risico’s vormt voor de financiële stabiliteit.
 
 
 
		 
       
       
      