Redactie - 02 oktober 2012

Reportage iPoort: Wat moeten politici met Social Media?


Zijn social media het ultieme democratische instrument, of is het een zwaar overschat fenomeen? Gisteren vond in Internationaal Perscentrum Nieuwspoort een levendige discussie plaats over het nut van social media in de politiek. Tijdens het door voormalig Kamervoorzitter Gerdi Verbeet voorgezeten iPoort gingen uitgesproken voor- en tegenstanders van het gebruik van social media met elkaar in debat.


Verbeet is zelf uitermate positief over het politiek gebruik van social media. Zij citeerde een onderzoek waaruit blijkt dat actief twitteren zeker vijfhonderd voorkeursstemmen zou kunnen opleveren. “Social media kunnen bijdragen aan de relatie tussen kiezer en gekozene. Het werkt. Maar daarbij is het wel zaak om niet alleen te zenden, maar ook te ontvangen.”Ze sprak zelfs over ‘het verbeteren van de representatieve democratie.

Dit wil niet zeggen dat er geen voetangels en valkuilen zijn. Zo heeft zij als Kamervoorzitter ook de schaduwzijde gezien. ‘Ik heb ooit gedreigd de Blackberry van staatssecretaris Jack de Vries in een emmer water te gooien. Bewindslieden zitten in vak K om naar de Kamer te luisteren, niet om met de buitenwereld te communiceren via Twitter.” Ook bij Kamerleden leidt het gebruik van social media tijdens vergaderingen af. “Het is een beroerd gezicht, en leidt bovendien tot een parallel debat waar de voorzitter geen greep op heft. Het verstoort het normale debat.”

Veredeld hobbyisme

De felste criticaster van social media tijdens het debat was Chris Aalberts, onderzoeker politieke communicatie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Hij begon zijn betoog met de stelling ‘Als u denkt dat sociale media relevant zijn, dan kunt u niet tellen.’ “Eigenlijk is het een soort veredeld hobbyisme”, aldus Aalberts. Volgens hem heeft het geen zin om social media in te zetten om een ander publiek te bereiken, omdat het juist al de mensen zijn die toch al kranten lezen en televisie kijken die ook gebruik maken van social media.

Slechts een klein deel van de gebruikers van social media is volgens hem geïnteresseerd in politiek, de rest gebruikt het voor andere persoonlijke interesses als auto’s en voetbal. Hij schat dat het bereik van politici onder twitteraars niet meer is dan vijf procent. “Als burgers geen kranten lezen kun je ze ook niet op een andere manier bij politiek betrekken. Daarom zijn initiatieven als Cool politics van MTV ook een mislukking. Luisteren via social media is luisteren naar de participatie-elite. Naar de meerderheid wordt nog steeds niet geluisterd.”

Hij vergeleek de bereikcijfers van social media met televisieprogramma’s en zelfs de slechtst bekeken programma’s hebben nog een groter bereik dan de meest populaire twitteraar. Bovendien blijft twitteren door politici zenden, want een politicus met 140.000 volgers kan wel berichten versturen, maar als er veel respons komt is het onmogelijk om iedereen weer te antwoorden.

De uitsmijter ging in op het argument van de voorkeursstemmen; “Als u toch nog gelooft in social media: waarom heeft voormalig Groen Links Kamerlid Arjan El Fassed 266.00 Twitter-volgers, maar is hij er bij de laatste verkiezingen niet in geslaagd 16.000 voorkeursstemmen binnen te halen?”
  
  

Gartner BN tm 12-11-2025 - 1