CISO Rijk Aart Jochem draagt stokje over

Jochem begon in december 2020, midden in de coronapandemie, bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) met de missie om richting te geven aan informatiebeveiliging en privacy binnen de Rijksoverheid en de samenhang tussen departementen te versterken. “In vijf jaar heb ik een volwassen organisatie kunnen opzetten, een fijn team dat de complexe vraagstukken rond digitale weerbaarheid en autonomie weet te faciliteren binnen de Rijksoverheid,” schrijft Jochem in zijn afscheidsbericht op LinkedIn. “Ik neem met tevreden gevoel afscheid.”

Grote opgave

De CISO Rijk benadrukt de enorme en groeiende opgave om de overheid weerbaarder te maken en veilige, betrouwbare diensten te bieden aan burgers en ondernemingen. Jochem kijkt met trots terug op zijn bijdragen aan diverse cruciale projecten en beleidsstukken, waaronder:

• De ontwikkeling van het rijksbrede cloudbeleid.
• De totstandkoming van de Nationale Cryptostrategie.
• Strategieën voor digitale weerbaarheid en autonomie.
• De versterking van het SOC-stelsel voor het Rijk (VSSR).

Hij wijst ook op zijn rol als vertrouwd adviseur voor vier staatssecretarissen en het interdepartementale CIO-beraad.

“Ik heb op het scharnierpunt van politiek/bestuur en techniek veel geleerd en ook een en ander gebracht,” aldus Jochem. Hij reflecteert op de trend dat techniek steeds meer politiek wordt, een ontwikkeling die wordt versterkt door de huidige geopolitieke situatie.

Oproep aan bestuurders

Met het oog op de unieke en cruciale rol van de Rijksoverheid in onze digitale maatschappij — waarin zij het vertrouwen van burgers beheren over identiteit, bezit en medische gesteldheid — doet Jochem een oproep aan de bestuurders.

Hij hoopt dat de Rijksoverheid bestuurders krijgt die verantwoordelijkheid nemen voor de risico’s, blijvend aandacht hebben voor nieuwe beveiligingsmaatregelen en daarover verantwoording kunnen afleggen.

Over zijn eigen toekomst is Jochem nog vaag, maar duidelijk over de richting: "Nu is het voor mij tijd om Nederland op een andere manier te dienen, daarover later meer."