Redactie - 26 maart 2014

‘Ketendenken belangrijk voor CIO’s èn leveranciers’


Nederland doet het lang niet gek in de omgang met informatietechnologie. Bij Europese CIO-verkiezingen zijn steevast Hollanders gekandideerd. En in korte tijd speelt de game-industrie der lage landen de eerste viool. Wel moeten IT-leidinggevenden en leveranciers zich meer bekwamen in het ketendenken. Meerlaagse projecten met afzonderlijke verantwoordelijkheden zijn uit; gezamenlijk oplossingen uitdenken en uitvoeren is in.

Het IT-debat tijdens de Insight Technology Show op 20 maart in Amsterdam begint met de constatering dat ons land trots mag zijn op de waarde die wij toekennen aan informatietechnologie. “Gemeten naar omzet staat Nederland als vierde in Europa; en wereldwijd scoren we een vijfde plaats als kenniseconomie”, zegt Lotte de Bruijn, sinds begin februari 2014 de nieuwe directeur van brancheorganisatie Nederland ICT.

Debatdeelnemer Frits Bussemaker, partner van CIOnet Netherlands, actief voor de Europese tak van deze organisatie en sinds kort voorzitter van de kersverse iPoort (de digitale tegenhanger van het politieke journalistencafé Nieuwspoort), brengt naar voren dat IT zo sterk is doorgedrongen in het persoonlijke leven. IT is geen administratief hulpmiddel meer.

Michiel Steltman, directeur van de Dutch Hosting Provider Association (DHPA), vindt eveneens dat het belang van IT binnen de Nederlandse samenleving niet te onderschatten valt. De vierde deelnemer aan het debat, Frank Hoekstra van Insight, brengt naar voren dat het kikkerlandje het bijzonder goed doet in het internationale veld. “Nederlanders staan bekend als mensen die graag iets nieuws proberen; en open staan voor verandering. Vandaar dat vaak nieuwe technologieën of toepassingen eerst in Nederland worden uitgeprobeerd.”

Vertrouwen terugwinnen

Maar het is niet alleen maar koek en ei. Er zijn ook genoeg zaken die meer aandacht verdienen. Zo moet de IT-branche als geheel het vertrouwen zien terug te winnen in automatisering. De afluisterschandalen van veiligheidsdiensten hebben afbreuk gedaan, maar ook de actie van ING om metagegevens te verkopen heeft een deuk in het IT-imago geslagen. “Het terugwinnen van vertrouwen is een grote uitdaging waarvoor we ons gesteld zien”, zegt De Bruijn.

Wat de overheid in dit geval kan doen? Bussemaker stelt dat hij vooreerst Europees is ingesteld en zijn antwoord dan ook die dimensie heeft. “De overheid moet vooral zorgen voor een level playing field. Nu is het nog zo dat een aanbieder van cloud-diensten twee smaken heeft: je doet mee; of je doet niet mee. Er is nauwelijks sprake van een gelijkwaardige positie tussen afnemer en aanbieder van dergelijke diensten. Daar willen wij verandering in aanbrengen. Je ziet in elk geval dat IT bij de Europese programma’s een belangrijk onderwerp is.”

Steltman zegt dat het begrip ‘privacy’ aan herijking toe is en dat de huidige discussies het kenmerk van een achterhoedegevecht hebben. “Natuurlijk is het uitermate belangrijk dat vertrouwen terug te winnen. Maar je moet wel bedenken dat je weinig tot niets kunt beginnen tegen de veiligheidsdiensten. Dat neemt niet weg dat bescherming van persoonsgegevens zeer van belang is. In dit opzicht vind ik de nieuwe Privacywet die het Europees parlement deze week heeft goedgekeurd, een belangrijk, positief wapenfeit.”

Datacenter bouwen

De Bruijn uitte haar zorgen over de tekortkomingen in het onderwijs als het gaat om informatietechnologie. Er hangt nog steeds een ‘nerd geur’ rond dit thema in de scholen, terwijl zij vindt dat automatisering standaard in het lespakket behoort te zitten; ook op de basisscholen. Waarbij IT in al zijn facetten aan bod dient te komen: software, programmeren, hardware, projectbegeleiding, beveiliging, noem maar op.

Zij vind de afstand tussen onderwijs en de maatschappij op dit vlak onverantwoord groot. “Zoals de plannen er nu voor staan, is IT in 2020 onderdeel van de lessen, maar dat is veel te laat.”

Zij krijgt bijval van Steltman die met verbazing constateert dat Microsoft en Apple grote moeite hebben om voldoende mensen te vinden met de juiste kennis en vaardigheden om datacenters te bouwen en te beheren. Microsoft wil in de kop van Noord-Holland een datahotel vestigen en Apple heeft Eemshaven op het oog. “Dan blijkt dat in het recente verleden het onderwijs niet genoeg mensen heeft kunnen leveren voor zulke belangrijke projecten. De kloof tussen onderwijs en praktijk is een rem op de economische groei van ons land.”

Operationele relatie

Gelet op de ‘nexus of forces’ van Gartner (mobile, social, cloud en IoT) is het volgens Hoekstra hard nodig dat de huidige CIO’s niet meer vanuit de techniek redeneren, maar vanuit de business. “De CIO moet geen vooruitgeschoven post meer zijn van IT-leverancier door twee of drie producten te slijten bij de organisatie, maar een trusted adviser. Iemand bij wie medewerkers van de organisatie komen aankloppen om een oplossing aan te dragen.”

De invulling van het CIO-schap is aan een hevige verandering onderhevig; onder meer als gevolg van die nexus of forces. Steltman zegt dat ze los moeten van het projectdenken. “Je begint ergens mee, bepaalt wat je wil gaan doen, en zoekt daar dan partijen bij die elk hun afgebakende verantwoordelijkheden hebben. Maar je moet nu in ketens denken; iedereen draagt in gelijke mate bij aan het succes van een oplossing. Dat betekent voor ondernemers dat zij zich moeten specialiseren. Iedereen wordt uiteindelijk dienstverlener. Die kanteling is nu wel gaande, maar mag wat mij betreft wel wat sneller gebeuren.”

In aansluiting hierop meldt Bussemaker dat de verhouding tussen CIO (afnemer) en leverancier ‘operationeel’ wordt. “Het is niet meer zo dat je iets koopt, daarmee aan de slag gaat, en pas drie jaar later weer wat hoort van de leverancier. Bij cloud computing is er sprake van vrijwel dagelijks contact. De leveranciers maken dan onderdeel uit van de extended enterprise. Daarop moeten zij zich voorbereiden.”

Kandidaten

Er valt nog genoeg te vertimmeren aan het IT-bouwwerk dat we de afgelopen jaren met elkaar hebben gebouwd in Nederland, zo blijkt uit het debat. “Toch doen we kennelijk wel iets goed, want als we op Europees niveau de verkiezing houden voor de meest aansprekende CIO, dan zijn er altijd wel kandidaten uit ons land”, zegt Bussemaker. Dit jaar zijn Jeroen Tas, de CIO van Philips, en Maarten Hillenaar, oud CIO Rijk, voorgedragen. “Hillenaar heeft IT toch wel op de kaart gezet bij alle ministeries”, spreekt Bussemaker bewonderend.

 (TM)

 

 

 

EGP 06/05/2025 t/m 03/06/2025 BW DIC Security Day BW tm 1 juli 2025
Gartner BN tm 12-11-2025 - 2