31 december 2025

2026 – De terugkeer naar ‘Realpolitik’

Toen ik lang geleden in Delft mijn studie Elektrotechniek begon, zei de hoogleraar bij het eerste college iets, dat me altijd is bijgebleven. “Jullie gaan iets bestuderen dat jullie nooit zullen zien of aanraken: elektronen. Wonderhulpjes voor de mens.”

2026 – De terugkeer naar ‘Realpolitik’ image

Zijn tweede opmerking was minstens zo helder: “Ondanks dat we ze niet kunnen zien, kunnen we ze wiskundig perfect beschrijven. Dus wie wiskunde lastig vindt, kan beter een andere studie kiezen.”

Het bleek geen loos advies. Van de vierhonderd eerstejaars haalden honderdtwintig de eindstreep. Maar in die paar zinnen lag ook besloten hoe onze natuur functioneert: veel zaken kun je niet zien, maar ze kennen wel een ijzeren logica waar je niet aan voorbij kunt gaan. Onze moderne beschaving drijft op het vermogen om energie te verplaatsen, informatie te verwerken en die kleine natuurkundige bouwstenen te temmen. Maar je moet wel de – vaak abstracte – kennis hebben om ze goed voor je aan het werk te zetten. Anders kun je beter een ander vak kiezen.

Energie, chemie en data

Hoe waar waren die woorden, ruim vijftig jaar geleden uitgesproken. Waar zouden we als maatschappij zijn zonder een ‘getemd elektron’ – en zonder het vermogen zijn gedrag te sturen?

Onze natuur en dus ook de mensheid, is gebaseerd op elektronen:

  • in chemie, die spijsvertering, voedselproductie en energieomzetting mogelijk maakt;
  • in energie, die warmte, spierkracht en beweging levert;
  • en in data, die in DNA, netwerken en computers informatie, inzicht en voortplanting organiseert.

Met energie bewegen we ons voort, denken we, bouwen we. Via data geven we structuur aan wat ons omringt. Denkvermogen dat betekenis geeft aan waarneming en ervaring. Niet voor niets vormen wiskunde en natuurwetenschappen de basis van elke ingenieursopleiding, aangevuld met kernvakken zoals mechanica, materiaalkunde, thermodynamica, elektronica en programmeren. Mijn oude afdeling Elektrotechniek ging later op in een faculteit die het eigenlijk al zei zoals het is: ‘Elektrotechniek, Wiskunde én Informatica’.

Hoe beter we energie, chemie en data begrijpen, beheersen en betaalbaar beschikbaar hebben, hoe beter we onze maatschappij kunnen inrichten en laten bloeien. Dat is geen ideologie. Dat is natuurkunde. Met strakke natuurwetten die onveranderlijk zijn. Zelfs voor de politiek.

De drie fundamenten van een gezonde economie

Elke ingenieur begrijpt dat voor een gezonde economie je deze drie zaken op orde moet hebben:

  • voldoende, betaalbare en 24/7 beschikbare energie,
  • chemie als basis voor voedsel, materialen en industrie,
  • en goed georganiseerde data, ondersteund door voldoende rekenvermogen.

Die wijsheid is niet nieuw. Onze voorouders begrepen dit al. Via uitvindingen, ketens en innovaties bouwden zij welvaart op. Soms ontspoord in oorlog of roofbouw, maar telkens weer herstellend zodra de gevolgen van verkeerde keuzes onontkoombaar werden. Geschiedenis is geen rechte lijn omhoog. Het is een golfbeweging van een steeds opnieuw bouwende samenleving. Zelfs na de grootste verwoesting of domste roofbouw of verwaarlozing.

Het einde van een tijdperk?

Na de verwoesting van de Tweede Wereldoorlog bouwden we, met nieuwe beschikbare techniek, wederom onze maatschappij en economie op. Maar na elke periode van bloei volgt gemakzucht. Wat ooit bijzonder was, wordt vanzelfsprekend. Wat onderhoud vraagt, wordt uitgesteld, want onderhoud levert geen applaus en geen verkiezingsoverwinningen op. We willen alleen nog leuke dingen, zonder ons zorgen te maken over de nadelen, de mogelijke consequenties en de onlogica.

We willen wel de toppresterende atleet, maar liever niet zijn zweet.
Wel de schone energie, maar niet het probleem van het afval.
Wel een overvloed aan voedsel, maar niet de geur van mest.

En zo gooiden we afgelopen decennium het kind met het badwater weg. Want zonder zweet geen prestatie. Zonder streng afvalbeheer geen schone energie. En zonder mest niet voldoende voedsel. Alles heeft een prijs. Ook vooruitgang. Dat zijn nu eenmaal de ijzeren wetten van de natuur.

Een nieuw kantelpunt

De westerse wereld staat tachtig jaar later weer op een kantelpunt. Na de periode van grote groei volgde de verwaarlozing en zelfs een stuk verdwazing. Welvaart werd virtueel en om vooruitgang te suggereren, gingen we meer lenen dan verstandig was en zochten we naar abstracte vijanden.

Na de financiële crisis van 2008 en honderden miljarden verlies, werd het klimaat zo’n ongrijpbare tegenstander. Niet omdat het onderwerp onbelangrijk is, maar omdat het werd ingezet als moreel frame om economische realiteit te maskeren. Met de inmiddels verspilde honderden miljarden aan slecht doordachte maatregelen, is onze productieve basis niet sterker, maar zwakker geworden.

Gelukkig groeit het besef dat deze weg weinig meerwaarde oplevert. Dat morele verontwaardiging geen energie opwekt, geen kunstmest produceert en geen datacenters voedt. En dus in plaats van welvaart, armoede genereert. We noemen het ‘energie-armoede’ maar de energierekening is tegenwoordig een belastingaanslag geworden; 75% van de rekening zijn irrationele belastingen.

Bouwers en toeschouwers

Hier raakt het debat aan iets fundamentelers.

Elke samenleving rust op mensen die bouwen, onderhouden en produceren. Dat zijn de mensen die dagelijks de onderste lagen van Maslow in stand houden: voedsel, energie, veiligheid, infrastructuur. Of zij nu links of rechts stemmen, SP of PVV — zij vormen het fundament van onze economie en samenleving. Zij bepalen of er straks iets te verdelen valt.

Tegelijkertijd is er een groeiende groep die vrijwel uitsluitend opereert in de bovenste lagen van die piramide: waardering, zelfrespect en zelfontplooiing. Vaak zonder directe ervaring met wat het kost om de basis zoals een gezin, draaiende te houden. En daar een inhoudelijke bijdrage aan te leveren.

Het probleem ontstaat wanneer degenen die bovenin de piramide opereren, vergeten dat hun positie mogelijk wordt gemaakt door hard, vaak onzichtbaar werk daaronder. Zonder bouwers geen beschouwers. Zonder fundament geen verheven idealen. Zonder zweet, afval en mest geen groei.

Hoe snel de wereld werkelijk kan kantelen

Wie denkt dat grote maatschappelijke omwentelingen zich alleen over generaties voltrekken, onderschat de snelheid waarmee de geschiedenis soms beweegt. Neem de periode tussen 1938 en 1948. In 1938 leek Europa zich op een onafwendbare glijbaan naar afgrond en barbarij te bevinden: totalitaire ideologieën, beperking vrije meningsuiting, angstcreatie, oorlogsdreiging en techniek vooral ingezet voor kracht en vernietiging.

Tien jaar later was de wereld fundamenteel veranderd. Niet omdat de schade gering was — integendeel — maar omdat juist de confrontatie met die afgrond leidde tot nieuwe instituties en nieuwe richting. De Verenigde Naties, de NATO, de eerste stappen naar Europese samenwerking en een heroriëntatie van techniek als instrument voor wederopbouw en vooruitgang.

Het besef dat snelle veranderingen mogelijk zijn, ontbreekt vaak in hedendaagse discussies. Veel mensen die na de jaren zestig zijn geboren, hebben in hun leven nooit zo’n abrupte maatschappelijk én economische systeemomslag meegemaakt. Voor hen voelt verandering traag, log en langzaam. Het gaat immers al zo lang goed. Maar de geschiedenis laat iets anders zien: wanneer fundamenten écht worden herzien, kan binnen tien jaar meer veranderen dan in de veertig jaar daarvoor.

Voorbij de winter — vooruitkijken naar 2035 en verder

Toch eindigt mijn analyse niet somber. Geschiedenis laat ook iets anders zien: de wal keert altijd ééns het dolende schip en na elke periode van onbedoeld verval volgt altijd herstel. Dromen en ethische doelstellingen verdwijnen en ‘Realpolitik’ keert terug. Een politieke benadering gebaseerd op pragmatisme, macht en nationale belangen in plaats van op ideologie, moraliteit of ethiek. Een nieuw streven naar tastbare resultaten door realistische, vaak compromisvolle, afwegingen. Het is de “politiek van het reëel mogelijke“, waarbij de macht van volk, staat en landsbelang centraal staan.

De jaren 2026 tot 2035 – mogelijk zelfs tot 2040 – zullen in het teken staan deze ‘Realpolitik’ en dus van herstel, herpositionering en heropbouw, omdat we veel tijd – en vooral rijkdom – hebben verloren. Immers wie een verkeerde afslag neemt, moet eerst – geïrriteerd – terugrijden voordat de juiste route weer zichtbaar wordt en we – intussen achterliggend – kunnen aansluiten bij het peloton. Dat kost veel negatieve energie en geduld voordat we ons weer kunnen opwerken naar de kopgroep waar we vroeger onderdeel van waren.

Pragmatisch Leiderschap

‘Realpolitik’ vraagt leiderschap dat verder kijkt dan vier jaar. Beleid om op noodzakelijke, realistische manier vrede en stabiliteit te handhaven en te sterke ethische overwegingen te negeren. Beleid dat durft te investeren in vaak onzichtbare energie-infrastructuur, chemische ketens en data-ecosystemen, wetend dat de opbrengst pas later zichtbaar wordt.

Industrie die weer zekerheid krijgt over energieprijzen en vergunningen, zodat investeren zinvol wordt. En een samenleving die accepteert dat duurzame welvaart niet ontstaat uit symboliek, snelle cadeautjes en belastingverhoging, maar uit consistent bouwen, onderhouden en verbeteren. Duurzaamheid bouw je niet in een achternamiddag. Dat vraagt decennia van hard werken en afzien.

En vraagt ook iets van onze politieke cultuur. Minder theater, minder permanente campagne, meer uitleg en duiding. Mensen begrijpen meer dan vaak wordt aangenomen, mits ze serieus worden genomen. Langetermijnvisie wordt zelden direct beloond, maar uiteindelijk wel herkend — zelfs wanneer de politiek eerdere verkeerde keuzes nog steeds moeilijk blijkt toe te willen geven.

Zoals ik vorige week in mijn kerstbeschouwing schreef: na elke winter volgt weer pril de lente en uiteindelijke de heerlijke zomer. Niet vanzelf, maar omdat mensen opnieuw kiezen om te zaaien en te bouwen in plaats van te consumeren. Om te verbinden in plaats van te verdelen en – last but not least – onderhoud en instandhouding weer te zien als investering in plaats van last. Vernieuwen met behoud van het goede.

De toekomst vraagt geen utopie.
Ze vraagt rust, richting en vakmanschap.
En die zijn er — meer en vaker dan we denken.

Door: Hans Timmerman (foto)

Object First Dutch IT Channel Awards 2026 BW + BN Bitdefender BW + BN
Object First Dutch IT Channel Awards 2026 BW + BN