Redactie - 18 oktober 2018

Datacentrische cloudstrategie zorgt voor onderscheidend vermogen

Datacentrische cloudstrategie zorgt voor onderscheidend vermogen image

Bestuurders maken zich zorgen over de toekomst van hun bedrijf door de snelle technologische ontwikkeling en de achterstand die ze daardoor oplopen, vertelt IT-adviseur Willie Appel. Daarom besluiten veel bedrijven een stap te maken naar de cloud. Op zich geen gek idee, maar het uitgangspunt klopt vaak niet, vertelt Theo van Teylingen van Pure Storage. ‘In de cloudstrategie moet niet de applicatie of het proces centraal staan, maar de data, als bedrijven zich willen onderscheiden in een wereld die steeds meer wordt gevormd door data-analyse en digitalisatie.’

Het tempo waarop markten veranderen door technologie, is één van de meest besproken onderwerpen in de boardroom. Dat vertelt Willie Appel, Digitale Futuroloog en extern IT-adviseur bij onder andere Pure Storage. Sinds een jaar is Appel zelfstandig, maar daarvoor werkte hij 19 jaar bij Gartner. Hij heeft dus nogal wat bestuurskamers van binnen gezien en hij ziet dat bestuurders zich steeds grotere zorgen maken over dat tempo. ‘De wet van Moore is waarheid geworden.’

De wet van Moore (het aantal transistors op een chip verdubbelt elke twee jaar, maar de prijs per chip blijft hetzelfde) voorspelde de enorme groei in technologische vooruitgang. Als voorbeeld vertelt Appel over zijn IBM Mainframe die hij in 1980 had: ‘Het was het grootste mainframe dat op dat moment in Zuid-Afrika beschikbaar was.’ Nu past dezelfde rekenkracht in de iPhone 10. En de ontwikkeling gaat maar door. Startups en scale-ups die de technologische ontwikkeling weten om te zetten in waardevolle diensten of producten, schudden verschillende markten flink op.

Zorgen over complexiteit

Geen wonder dus dat bestuurders zich zorgen maken. ‘Ze maken zich ook zorgen over hoe organisaties achterraken op deze ontwikkeling en de complexiteit die ontstaat in de poging de ontwikkelingen wel bij te houden’, vertelt Appel. Het heeft volgens Appel ook sterke raakvlakken met het behouden van klanten. ‘Bedrijven willen honderd procent betrokkenheid van hun klanten, maar daarvoor moeten ze vaak een enorme slag maken in technologische ontwikkeling.’

Cloud is volgens Appel de oplossing die wordt aangedragen door bestuurders. Dat is logisch, vertelt Theo van Teylingen, Regional Director Benelux en Nordics van Pure Storage: ‘Om concurrerend te zijn, moet je aanhaken op degene die innovatie drijft. De ontwikkeling gaat alleen zo snel dat bedrijven die IT-infrastructuur niet als corebusiness hebben de investeringen zelf niet kunnen opbrengen. Daar biedt cloud een uitweg, maar toch blijkt het vaak niet zo eenvoudig en dat komt omdat het uitgangspunt van de cloudstrategie niet klopt.’

De meeste cloudstrategieën hebben applicaties als uitgangspunt. Per applicatie wordt dan gekeken hoe het in het cloudlandschap kan worden ondergebracht. Als je dan bedenkt dat een volwassen bank al snel 7.500 applicaties heeft, dan kan je je voorstellen dat er misschien niet één cloud is die aansluit op de eisen van deze applicaties. ‘De meeste bedrijven hebben aan één type cloudomgeving niet genoeg en daarom verhoogt zo’n cloudstrategie de complexiteit alleen maar.’

Data biedt onderscheidend vermogen

‘Applicaties zijn niet de asset waarmee innovatiekracht wordt verhoogd: het is de data uit die applicaties die het onderscheidend vermogen brengt voor bedrijven’, aldus Van Teylingen. ‘Als applicaties centraal staan bij het oriënteren op nieuwe cloudomgevingen, dan ontstaat een versplinterd datalandschap. Het wordt dan lastig om ondernemend vermogen te creëren uit die data. Daarom bouwt Pure Storage sinds negen jaar aan een platform dat alle databronnen samenbrengt.

‘Als data vanuit één platform wordt beheerd, beveiligd en ontsloten, dan vereenvoudigt dat de uitvoering van de cloudstrategie op applicatieniveau, met alle kosten- en time-to-marketvoordelen die daarmee gepaard gaan’, vertelt Van Teylingen. Hij stelt daarom dat organisaties in de cloudstrategie hun focus moeten verleggen van applicatiecentrisch en data gedreven (capabiliteitscentrisch) naar  datacentrisch.

Van Teylingen: ‘Data blijft altijd bestaan en op basis van data kan je bouwen. Applicaties komen en gaan. Als in de cloudstrategie de data centraal staat, kan die data vanuit meerdere applicaties tegelijkertijd en snel benaderd worden. Dat maakt nieuwe toepassingen mogelijk, in het bijzonder analytische toepassingen als AI, Robotics en Streaming Analytics. Deze kunnen enorm veel waarde hebben voor iedere organisatie, maar alleen als het worden toegepast op de volledige data assets van het bedrijf.’

Daarom zouden zowel Van Teylingen als Appel graag spreken over een maker room met digitale leiders in plaats van een boardroom met bestuurders. Het gaat volgens hen niet zozeer op het aansturen van de organisatie, maar om het creëren van nieuwe waarde voor klanten. Appel: ‘C-level zou na moeten denken in termen van data en technologie. Dat moeten ze ontwikkelen als ze mee willen in de algoritme-economie. Bestuurders maken zich zorgen, maar als ze grip krijgen op data, kunnen ze nieuwe kansen creëren.’

Public of private: als het maar niet één cloud is

Ook op welke cloud de data wordt gezet, maakt volgens Van Teylingen niet zoveel uit. Met een combinatie van private en meerdere public clouds (multiclouds) kunnen taken bepalen welke cloudoplossingen worden gebruikt voor welke specifieke activiteiten. Appel benadrukt het abonnementsmodel, waarbij bedrijven dynamisch kunnen op- en afschalen. Zo kan IT beheer van die abonnementen zelfs beleggen bij de afdelingen zelf, zodat iedereen weet hoeveel ze besteden aan IT. ‘Je kunt afdelingen zelfs een kredietkaart geven, zodat de bewustwording hoe belangrijk technologie is, organisatie breed landt.’

Overigens heeft Appel een voorkeur voor de public cloud. ‘Denk aan een Amazon, Google of Microsoft: zij hebben cloud als corebusiness. Als apart bedrijf kan je dat niet bijhouden. Je kunt als een bank niet te vaak falen als het om je infrastructuur gaat. Dan sta je al snel op alle voorpagina’s. Maar Google, bijvoorbeeld, heeft ‘snel falen’ in zijn corebusiness. Daarom zullen bedrijven al snel uitkomen bij de public cloud om concurrerend te blijven.’

Grip op data

De zorgen die bedrijven maken over hun concurrentiemodel zijn dus begrijpelijk, maar alleen als ze grip krijgen op hun data, kunnen ze waardevolle diensten en producten ontwikkelen. ‘Een cloudstrategie opbouwen op basis van een datacentrische architectuur, zoals de Data Hub van Pure Storage, is een goede eerste stap in die richting’, aldus Van Teylingen. ‘Het is niet zo gek dat zes van de tien grootste bedrijven wereldwijd datacentrisch zijn en dat bedrijven die geen datacentrische aanpak hebben zich zorgen maken. Maar we zien dat als bedrijven grip krijgen op data en ze die kunnen omzetten naar inzichten, dat de onrust dan plaats maakt voor enthousiasme over de nieuwe mogelijkheden die technologie biedt in de maker room.’