Tweede Kamer schaart zich achter voorstel voor zwaarder bestraffen van cyberspionage
De Tweede Kamer stemt in met zwaardere straffen voor cyberspionage. Wie in opdracht van buitenlandse overheden digitale spionage uitvoert, kan hiervoor maximaal acht jaar de cel ingaan. In uitzonderlijke gevallen ligt het maximum op twaalf jaar.
Het doel van de wet is het versterken van de nationale veiligheid en zowel personen, vitale infrastructuur en hoogwaardige technologieën beter te beschermen. De Nationaal Coördinator Terrorisme en Veiligheid (NCTV) wijst erop dat Nederland kwetsbaar is voor spionage. Al langer zijn er mogelijkheden om tegen klassieke vormen van spionage op te treden, zoals het lekken van staats- en bedrijfsgeheimen. Door digitalisering is echter ook de aard van spionage veranderd en ligt de focus vaker op cyberspionage.
Diasporaspionage tegengaan
Een belangrijk doel van de wetsuitbreiding is het tegengaan van zogeheten diasporaspionage. Dit is een vorm van spionage waarbij buitenlandse mogendheden invloed proberen uit te oefen binnen gemeenschappen in Nederland die uit hun land afkomstig zijn. Bijvoorbeeld door persoonsgegevens te verzamelen en te proberen burgers vanuit een eigen belang te beïnvloeden. Ook meldt de NCTV dat buitenlandse overheden daarbij niet terugdeinzen voor het mobiliseren van leden van de gemeenschap voor het censureren van tegenstanders en critici, of hen onder druk te zetten om hieraan mee te werken. Het wetsvoorstel waarmee de Tweede Kamer nu instemt maakt deze activiteiten strafbaar.
Voorheen kon het Openbaar Ministerie (OM) alleen vervolging starten indien een bedrijf na spionage hierover een klacht indiende. In het vervolg kan het OM echter ook zelf besluiten tot vervolging indien spionage is uitgevoerd voor een ander land.
De Eerste Kamer moet zich nog over het voorstel buigen.