Redactie - 26 april 2012

Cultuuromslag voorwaarde voor succes van DCIM-software


Datacenters zijn veelal inefficiënt ingericht en niet voorbereid op calamiteiten. Vooral bij nieuwsberichten over rampen, zoals bijvoorbeeld brand, worden bedrijven er op ruwe wijze aan herinnerd dat dergelijke grote calamiteiten zich ook bij hun datacenter kunnen voordoen. Hierdoor komt Data Center Infrastructure Management (DCIM) weer hoog op de agenda in de boardrooms te staan. Het besef groeit dat DCIM het fundament vormt om daarna weer snel up & running te kunnen zijn. 'Bedrijven krijgen echter te maken met een hoge drempel: voor de implementatie van DCIM is bedrijfsbreed een andere mentaliteit nodig', zegt Wim Hendriksen, Vice President IT Business Benelux bij Schneider Electric.
De aanschaf en implementatie van DCIM-software vergt geen grote investering. Wat veel bedrijven er toch van weerhoudt de software te kopen, is dat DCIM een andere manier van werken vereist. Hendriksen: 'De kloof tussen IT en de facilitaire afdeling is nog steeds enorm groot. In de praktijk zijn dat separate afdelingen met verschillende medewerkers, doelstellingen en budgetten. Datacenters moeten zich nu juist richten op efficiënt gebruik van ruimte en energie, en lagere TCO. Voor het daadwerkelijk optimaliseren van een datacenter met DCIM moeten facilitair en IT nauw met elkaar samenwerken. Hiervoor is dus een aanzienlijk grote cultuuromslag nodig, maar het betaalt zich snel terug in onder andere kostenverlagingen.'
DCIM brengt de domeinen gebouwbeheer en IT-management bij elkaar. Een logische stap, omdat de speciale huisvesting van IT en de IT-omgeving zelf niet los van elkaar kunnen worden gezien als het gaat om efficiënt energieverbruik en capaciteitsmanagement. DCIM-software monitort vrijwel alle meetbare aspecten van een datacenter, of het nu gaat om algemene zaken zoals temperatuur, capaciteit en energieverbruik, of om prestaties, stroomverbruik en koeling op apparaat- en netwerkniveau. Door deze geïntegreerde aanpak wordt het management van een datacenter eenvoudiger en kan fors op de energierekening van een datacenter worden bespaard.
Naast kostenbesparing is ook disaster recovery een belangrijk aspect. Datacenters zouden elk onderdeel van de inrichting van een datacenter moeten bewaken en registreren. Zo kan er na een calamiteit eenvoudig worden geconstateerd wat er exact is kwijtgeraakt. Dankzij deze asset management functionaliteit biedt DCIM een fundament voor disaster recovery en helpt bedrijven sneller weer up & running te zijn.