Hawre Rahimi: praktische oplossingen, poten in de klei
Tijdens het eerste Nederlandse debat over digitalisering afgelopen maandag waren vijf van de zes aanwezige partijen (BBB, D66, Gr.Links/PvdA, Volt, NSC) het met elkaar eens over één belangrijk punt: er móet een minister van Digitale Zaken komen, al dan niet ondersteund door een eigen ministerie van Digitale Zaken. Alleen zo kan de versnippering en fragmentatie van digitale vraagstukken en ambities worden tegengegaan. Eén van de zes (aspirant) Tweede Kamerleden vond zo’n digitale minister juist niet de heilige graal: Hawre Rahimi van de VVD. Ook op andere onderdelen van het debat was deze enige IT’er in de Tweede Kamer het met de rest oneens. We spraken met deze ‘vreemde eend in de bijt’ over wat volgens hem dan wel belangrijk is. “Laten we eerst eens goed gebruiken wat we al hebben, voordat we er weer een minister of taskforce bij krijgen. Laten we meer doen en minder roepen.”
Hawre Rahimi (l.) tijdens het debat over digitalisering eerder in november.
“We hebben – eindelijk – al een vaste Kamercommissie voor Digitale Zaken. Laten we daar eerst eens goed mee aan de slag gaan voordat we nog eens een taskforce of een minister voor digitale zaken er tegenaan gooien.” Hawre Rahimi gaf het al tijdens het debat aan: allerlei vergezichten over digitalisering zijn weinig zinvol, wanneer we niet eerst de instrumenten gebruiken die we al hebben. En met drie tot vier Kamerleden die gemiddeld de vergaderingen van de vaste Kamercommissie Digitale Zaken bezoeken, is dat nu absoluut nog niet aan de orde – al geeft hij ook aan blij te zijn met alle input die collega-Kamerleden wel inbrengen.
“Het probleem van versplinterde en gefragmenteerde digitaliseringsinitiatieven zit niet bij de overheid – de ambtenaren van de laagste tot de hoogste niveaus. Daar zit echt wel genoeg IT-kennis om in te schatten dat er wel of niet mogelijk is. Hoogstens moet er nog meer gewerkt worden aan de digitale fitheid van ambtenaren. Iedereen krijgt een pc, maar men moet er ook mee leren omgaan. Maar het probleem zit bij de politiek. Er is veel te weinig IT-kennis in de Tweede Kamer.” En dat heeft tot gevolg dat veel moties en amendementen vaak de plank mis slaan, omdat men de effecten ervan niet goed kan doorgronden.
Poten in de klei
In tegenstelling tot vergaande visies over digitalisering te ontwikkelen, staat de voormalige IT-ondernemer liever met de poten in de klei. Hij wil, zo zegt hij, ‘dingen fixen’. Dat houdt behalve het bezoeken van bovengenoemde commissievergaderingen zo’n 114 werkbezoeken in zijn eerste jaar. “Ik luister naar welke problemen men heeft op het gebied van IT en digitalisering, en wanneer blijkt dat dit probleem structureel is voor veel mensen of organisaties, dan kaart ik het aan in de Kamer.”
Daarbij maakt het Rahimi niet uit waar het over gaat. Te veel regeldruk, het realiseren van nieuwe top level domeinen-namen (TLD’s) zoals uwv.NLD , het wegnemen van angst voor AI. En hat Tweede Kamerlid gaat naar eigen zeggen ook graag tegen wat hij ziet als onwaarheden of onwetendheden. Zo stelde de staatssecretaris van digitale zaken enige tijd geleden nog dat het om het TLD .nld of .overheid aan te vragen (1) - omdat domein-registrar ICANN tot die tijd geen nieuwe TLD’s zou uitgeven. “Ik heb het zelf nagezocht, en het blijkt wel degelijk mogelijk te zijn. .Overheidnl was al in 2012 al gekocht had ik ontdekt. Ik roep niet veel, maar dán roep ik wel.”
Relevante regulering
Rahimi hamert erop dat hij absoluut niet tegen meer regulering is, zoals bijvoorbeeld voor nieuwe ontwikkelingen op het gebied van AI. “Dat werd gesuggereerd tijdens het debat over digitalisering op maandag 13 november, maar dat is zeker niet het geval. Het is net als bij een auto: mensen moeten wel een rijbewijs hebben voordat ze de weg op mogen, ook als je auto zelf rijdt. Ik vind alleen dat de overheid niet ook nog eens moet bepalen hoe je binnen het raamwerk van de verkeersregels moet rijden. Regulering dus die zijn doel niet voorbij schiet.”
Geen plan B
Wat vindt Rahimi ervan dat hij als enige IT’er in de Tweede Kamer op een 44e plek staat op de VVD-lijst? “Weet je, ik stond de vorige keer ook op een relatief lage positie. Ik ben toch in de Tweede Kamer gekomen en ik zit er nu ruim twee jaar in. Ik ga er gewoon vanuit dat het nu weer lukt, door 20.000 voorkeursstemmen te werven. Ik heb ook bewust geen plan B in gedachten, want ik wil me focussen op wat ik de komende jaren nog kan doen in de Tweede Kamer om digitalisering beter op de agenda te zetten en te houden.”
En, benadrukt Rahimi: daarbij moeten we niet bang zijn om een streep te zetten door wat niet werkt. “Jarenlange, miljoenen verslindende IT-projecten bij de overheid: als ze niet opleveren wat de bedoeling is, dan moet de stekker er uit. Durf besluiten te nemen. Vaak is het probleem niet het gebrek aan mensen, maar een veelheid aan niet samenwerkende IT-systemen. Stop met gebruiken wat niet werkt en laten we opnieuw beginnen. Dat zijn vaak geen populaire standpunten, maar ik zit niet in de Tweede Kamer om mijn politieke barometer voortdurend op een zo hoog mogelijk peil te maken.”
Vandaag fixen
En ook dan blijft Rahimi met de poten in de klei staan, stelt hij. Liever een of twee moties en amendementen per jaar die goed doordacht zijn dan een veelheid aan moties om maar voor het voetlicht te komen. “En luisteren naar wat er in het land leeft, wat de uitdagingen van burgers zijn. Mensen zoals mijn eigen ouders, die niet wisten dat ze recht hadden op inkomensaanvulling en daar ook hun weg niet voor kunnen vinden in het huidige doolhof aan digitale loketten. En wat voor hen geldt, geldt voor veel mensen. Zo kun je honderdduizend mensen een stukje uit de armoede helpen met behulp van IT. Wat fix jij vandaag voor daarbuiten? Dat is belangrijk.”
Lees ook deze artikelen over het eerste debat over digitalisering: