Annelore Buijs, EVP Europa Cegeka: ‘IT moet gaan over de kern van waar organisaties voor staan’
In de afgelopen 30 jaar heeft Annelore Buijs, EVP Europa bij IT-leverancier en familiebedrijf Cegeka, de hele IT-evolutie van kantoorautomatisering naar digitale transformatie meegemaakt. Hoewel zij geen technologische achtergrond heeft, was Buijs altijd actief voor technologiegedreven organisaties of in technologiegedreven functies. En in al die tijd is de evolutie nog nooit zo snel gegaan als de afgelopen jaren. De impact op organisaties, hun management en hun medewerkers, groeit navenant. “Mijn uitgangspunt is en blijft: is een organisatie op IT-gebied bezig met de kern van wat nodig is?”

Annelore Buijs, EVP Europa bij Cegeka. Foto: Gijs Proost.
Van kantoorautomatisering naar digitale transformatie; van evolutie naar revolutie. De versnelde ontwikkeling van technologie heeft een groeiende impact: op mensen, op bedrijven, op de samenleving. Zo is de adoptiesnelheid van generatieve AI door organisaties en mensen niet te vergelijken met die van internet of de smartphone. ChatGPT bereikte 100 miljoen gebruikers na twee maanden, tegen 7 jaar voor internet (vanaf 1997) en 4-5 jaar voor smartphones (vanaf 2007, introductie eerste iPhone).
“Welk woord je er ook aan hangt, of het nou digitale transformatie is of AI revolutie, ik geloof dat elke organisatie mee moet in deze versnelling”, stelt Buijs. “Alleen: voor mij is digitale transformatie niet alleen iets technologisch. Technologie is een middel om processen te verbeteren, te automatiseren, te versimpelen en te vereenvoudigen. Dat kan alleen als mensen blijven begrijpen waar ze mee bezig zijn. Ik zie een samenhang tussen: snapt de mens nog waar hij mee bezig is, zijn we echt bezig met de kern van wat er nodig is voor ons bedrijf, en kun je dat dan op de een of andere wijze automatiseren.”
Wet van Martec
Soms lijkt het er op dat de ontwikkeling van technologie en de capaciteit van organisaties om bij te benen steeds verder uit elkaar gaan lopen. Buijs noemt dit de kern van de ‘Wet van Martec’: technologie ontwikkelt op exponentiele wijze, organisaties in een logaritmische snelheid. Ofwel: terwijl technologie en individuele adoptie van technologie razendsnel evolueren, passen organisaties zich in een rustiger, meer afgemeten tempo aan.
“Hoe kun je dat blijven matchen? Dat geldt voor medewerkers, maar ook voor leiders: kunnen ze nog bepalen of een nieuwe technologische ontwikkeling echt iets doet voor de kern van waar hun organisatie mee bezig is? Je wil je toegevoegde waarde verbeteren, je concurrentievermogen, je dienstverlening aan burgers. Als je daar als leiders uitkomt, dan ga je aan de slag en noem je dat digitale transformatie. Maar dan moeten je medewerkers in staat zijn dat theoretische plan tot praktische wasdom te laten komen.”
Daarnaast moet je kijken naar de maatschappelijke impact, vindt Buijs. “Tegenwoordig kun je vrijwel alles bij overheidsinstanties via een digitaal loket regelen, maar steeds minder bij een fysiek loket. Niet iedereen kan daar mee op gaan. Kortom, je hebt op allerlei fronten adoptievragen waar je antwoorden op moet formuleren.”
Business-blik
Buijs kijkt met een business-blik of de beschikbare technologie nog wel begrijpelijk en toepasbaar is. “De IT-wereld heeft technologie best complex gemaakt. De snelheid ligt hoog, er is gebrek aan standaarden, men heeft een eigen taal en gemeenschap. Business en IT verstaan elkaar vaak niet. Dat is wel verbeterd door het aanstellen van meer business-gerichte CIO’s en CTO’s, die tot op bestuursniveau het onderwerp technologie op de agenda zetten. Maar uiteindelijk moet de business ook een antwoord aan IT kunnen geven: dit is de kern van de vraag – bijvoorbeeld een betere responsetijd voor klanten, een betere user interface. Het moet meer push worden vanuit die business.”
Aan de andere kant zie je dat nieuwe technologie, zeker AI, zaken soms ook heel simpel kan maken. Buijs gebruikt AI naar eigen zeggen inmiddels veelvuldig en divers. “Maar we zijn als organisaties, als BV Nederland, nog niet op het punt waarop AI echt in samenhang waarde toevoegt voor de kern van je organisatie, je bedrijfsprocessen. Tegelijkertijd kan een agentic AI of een gen AI toepassing zoals ChatGPT je helpen om daar beweging in te krijgen. En deze ontwikkeling maakt IT ook democratischer, omdat niet-techneuten zoals ik mee kunnen komen in het gesprek over toepasbaarheid.”
Geen vacuüm
Technologie bestaat niet in een vacuüm. Zaken zoals ethiek en politiek hebben allemaal hun rol en invloed. Ook de huidige geopolitieke ontwikkelingen, zoals het vertrouwen in Amerikaanse tech-bedrijven en de regering-Trump, laten hun sporen achter, merkt Buijs.
“Eigenlijk was die invloed er altijd al. Wat er de afgelopen maanden gebeurd is vanuit de VS, heeft alleen gezorgd voor meer consensus in het nadenken over technologische afhankelijkheid van andere partijen of landen. Tien jaar geleden was dat debat er ook, en de covid-crisis heeft ons eveneens gewezen op het belang ervan.”
Het uitgangspunt in dit nadenken moet volgens Buijs zijn dat technologie geen landsgrenzen of politieke stromingen kent. Er is en er blijft altijd een onderlinge afhankelijkheid. “Het allerbelangrijkste dat ik klanten aanraad, is om voldoende controle uit te oefenen over hun lot en de invloed van IT op de kern van hun wezen. Daar moet je de juiste keuzes in maken, de juiste mate van vrijheid zien te behouden. Niet alleen nu, het moet altijd onderdeel zijn van waar je met IT mee bezig zijn. Denk aan jouw data en waar die staat, wie er over beschikt. Dat was een jaar geleden ook al belangrijk en is dat over tien jaar nog.”
AI en security tegenhangers
Alsof er niet genoeg uitdagingen zijn bij de inzet van technologie, worden AI en security allebei steeds belangrijker, maar lijken tegelijkertijd volgens Buijs tegenhangers van elkaar. Zo is voor AI-gebruik veel data nodig, maar wordt de toegang daartoe beperkt door de noodzaak van goede security.
“Je wilt er bijvoorbeeld zeker van zijn dat niemand bij jouw data kan komen. Dat is echt een boardroomthema geworden. Reputatieschade kan enorm zijn na een hack, zeker als je klantdata kwijt raakt. Het voordeel van deze ontwikkelingen is dat je niet meer hoeft te debatteren over het belang hiervan. Daar is consensus over. Het is en blijft belangrijk omdat men beseft dat security geen one time fix is, dat cybercriminelen ook steeds sneller met nieuwe aanpakken komen.”
AI is juist spannend, stelt Buijs: de ‘sexy part of business’. Alleen: wat is AI nu echt? Iedereen is dat nu voor zichzelf aan het bepalen: ‘het is er, iedereen doet er wat mee, ik moet dat ook doen’. “Ik denk dat de technologie heel veel kan, maar ook hier geldt: wat kun je er mee doen om de kern van je organisatie mee te verbeteren? Ketenverkorting in je processen, beter concurrentievermogen? Ook hier geldt: technologie is niet de oplossing, maar het middel.”
Bovendien werkt AI pas optimaal als je een goed datafundament hebt, vervolgt Buijs. Als je niet weet waar welke data staat, hoe je er bij kunt komen, wat de kwaliteit is, dan ga je met een wankel fundament aan de slag. “Dat fundament is niet sexy, maar het moet er wel staan. Als je eenmaal die basis hebt staan, kun je elk bedrijfsproces optimaliseren. Ik ben geen engineer, maar ik weet als business-mens heel goed wat ik wil verbeteren. Als je vanuit die optiek AI wil inzetten, kun je dat nu veel eenvoudiger doen. Dan kun je echt quick wins realiseren.”
Duurzaamheid
Een ander aspect van AI is het grote en groeiende beslag op energie door AI-toepassingen. Duurzaamheid en IT hebben altijd een bepaald spanningsveld, maar de exponentieel groeiende AI-inzet zou dit op een heel nieuw niveau kunnen brengen.
“Als Cegeka proberen we hierin al langer stappen te zetten, bijvoorbeeld door de meest duurzame koeling in onze eigen datacentra te gebruiken, te kiezen voor onze eigen windenergievoorziening. Maar de vraag naar energie voor IT, zeker met de opkomst van AI, groeit sterk. Dat noopt ons om goed na te denken over waar we AI echt voor willen inzetten. We moeten van nice to have naar need to have. Omdat het allemaal kan, betekent niet dat het allemaal moet.”
Reden voor Buijs om er op te hameren dat iedereen, van organisatie tot en met individu, moet kijken naar wat echt relevante toepasbaarheid voor een organisatie of een individu is. Door hier goed over na te denken, leer je ook wat er allemaal nodig is om AI-toepassingen in de lucht te houden.
“Wij, als mens, moeten bepalen waar het stopt. En ik geloof dat de IT-sector hier ook echt voor open staat, voor dialoog over de footprint die we achterlaten als gevolg van energievraag, impact van social media. Maar dat is wel iets dat alle stakeholders samen moeten bespreken, niet alleen wij als sector. Voor de grote thema’s zou ik een goede dialoog echt bepleiten. Het gaat er uiteindelijk om dat wij als mensen de richting waarin die technologie wordt toegepast, durven te bepalen. En ik geloof wat dat betreft ook heel erg in de kracht van de mens op dat punt. Tenslotte hebben wij ook AI uitgevonden.”