Tussenvonnis in zaak tussen Stichting Data Bescherming Nederland en Amazon

Zoals al eerder was aangekondigd worden vragen gesteld aan het Europese Hof van Justitie in Luxemburg. (Zie ECLI:NL:RBROT:2024:11322)

De procedure is een collectieve actie waarin verboden en geboden worden gevorderd, en schadevergoeding. SDBN stelt dat Amazon zich niet houdt aan diverse regels en inbreuk op de privacy van heel veel mensen maakt. Zij vindt dat daaraan een einde moet komen en dat Amazon de schade die zij heeft veroorzaakt moet vergoeden.

Voordat de rechtbank daarover inhoudelijk een oordeel geeft moet eerst worden vastgesteld of SDBN deze vorderingen wel mag instellen. Amazon vindt van niet, onder meer omdat SDBN niet van alle mensen voor wie zij opkomt opdracht heeft gekregen om schadevergoeding te vorderen. Volgens Amazon is dat nodig, omdat dat zo in de regels van de Europese Unie (AVG) staat. SDBN legt die regels anders uit.

Verder zijn de regels die in Nederland gelden voor collectieve acties (Wamca) niet helemaal hetzelfde als de regels van de AVG. SDBN en Amazon zijn het niet eens over de consequenties van die verschillen.

Europese Hof van Justitie

Op dit moment is niet duidelijk hoe het Europese Hof van Justitie over deze punten denkt. De rechtbank stelt daarom in totaal vijf vragen aan het Europese Hof. De vragen zijn nogal technisch en staan in het tussenvonnis. De achtergrond daarvan staat in het tussenvonnis verder uitgelegd.

Vervolg

Het is nu niet te zeggen wanneer er een eindbeslissing komt. Het zal waarschijnlijk anderhalf jaar duren voordat de vragen beantwoord zijn. Daarna gaat deze zaak verder.

Achtergrond - andere zaken

Het is de rechtbank bekend dat er andere procedures in Nederland lopen waarin gewacht wordt op het antwoord op de vragen die nu gesteld zijn. Er zijn namelijk meer zaken over de AVG en collectieve acties. Het gaat hier om procedures tegen 'bigtech'-bedrijven als Adobe, X en Oracle.