Nederlands E-identiteitsstelsel onder de loep: AcICT constateert gebrek aan focus
De implementatie van een nieuw Europees digitaal identiteitsstelsel (EDI-stelsel) in Nederland loopt vertraging op. Dat stelt het Adviescollege ICT-toetsing (AcICT) in een recent rapport, dat concludeert dat het programma van het Ministerie van Binnenlandse Zaken (BZK) te weinig focus legt op de inrichting van het stelsel en de baten voor burgers en bedrijven.

Eén digitale identiteit voor heel Europa
De Europese verordening eIDAS (Electronic Identification and Trust Services) is in het leven geroepen om een veilig en betrouwbaar systeem van digitale identificatiemiddelen te creëren voor alle lidstaten. Een kernonderdeel hiervan is de zogeheten EDI-wallet, een vrijwillig te gebruiken app waarmee burgers hun identiteit online kunnen bewijzen, documenten kunnen opslaan (zoals een rijbewijs of diploma), en elektronische handtekeningen kunnen zetten. Het is de bedoeling dat burgers en bedrijven in elke lidstaat eind 2026 minimaal één EDI-wallet aangeboden krijgen.
In Nederland is het programma EDI-stelsel NL van BZK verantwoordelijk voor de implementatie van dit systeem.
Twee cruciale tekortkomingen
AcICT erkent dat het ministerie goede stappen heeft gezet door al vroeg een eigen EDI-wallet te ontwikkelen en zo kennis op te bouwen. Dit heeft Nederland geholpen om invloed uit te oefenen op de Europese besluitvorming. Echter, volgens het adviescollege is de inrichting van het stelsel zelf, dat de randvoorwaarden voor het gebruik van de wallet definieert, nog verre van voltooid.
Het rapport noemt twee belangrijke redenen voor deze achterstand:
- Het programma slaagt er niet in een volledig werkend EDI-stelsel te realiseren.
- De focus op de baten voor burgers en bedrijven is te gering.
Advies: prioriteit en samenwerking
Om de implementatie succesvol te maken, adviseert AcICT om het programma te heroriënteren. Het college stelt voor dat het ministerie zwaarder inzet op de inrichting van het stelsel zelf. Daarnaast moet de samenwerking met alle betrokken partijen, zowel publiek als privaat, worden versterkt. Tot slot is een verbeterde planning, zowel voor de korte als lange termijn, essentieel om de gestelde doelen te behalen.