European Digital Infrastructure Consortium moet afhankelijkheid van buitenland terugdringen
Het European Digital Infrastructure Consortium (EDIC) is officieel van start gegaan. Nederland is voorzitter van het consortium, dat zich richt op het verkleinen van de afhankelijkheid van landen als China en de Verenigde Staten (VS).
EDIC moet de ontwikkeling van oplossingen van Europese bodem stimuleren. Een belangrijk focuspunt, aangezien veel van de technologie die we op dit moment gebruiken buiten de Europese Unie (EU) wordt ontwikkeld. Alternatieven van Europese makelij moet de afhankelijkheid van de EU van het buitenland terugdringen.
Het consortium is opgericht door Nederland, Duitsland, Frankrijk en Italië. Staatssecretaris Eddie van Marum zei eerder: “80% van onze digitale technologie en infrastructuur komt nog uit niet-Europese landen. Dat kan en moet anders. We werken aan meer digitale soevereiniteit, samen met onze Europese partners en het Europese bedrijfsleven. Daarom ben ik blij dat de Europese Commissie vandaag de oprichting van dit samenwerkingsverband heeft goedgekeurd.”
Doelstellingen
De EDIC streeft naar:
- Samenwerking bevorderen tussen overheden, bedrijven, kennisinstellingen en techpartners om het Europese digitale landschap te versterken;
- Een toekomstbestendige financieringsstructuur creëren voor de ontwikkeling, het beheer en de toepassing van digitale gemeengoed;
- Adoptie versnellen van deze openbare digitale middelen door publiek, private sector en burgers.
Art de Blaauw, directeur CIO Rijk en voorzitter van de EDIC: “Met de EDIC Digitale Gemeenschapsgoederen bundelen we onze krachten en schalen we gezamenlijke Europese oplossingen op. Zo zorgen we dat overheden in heel Europa de middelen krijgen om echt digitaal zelfstandig te worden.”
Naast de oprichters zijn ook Luxemburg, Slovenië en Polen betrokken bij de EDIC met een observerstatus. Daarnaast hebben meerdere andere EU-lidstaten aangegeven te willen aansluiten. Meer informatie over het consortium is hier te vinden.